Interview met Maxime Verhagen “Bevingsschade nu aanpakken”

02 jun Interview met Maxime Verhagen “Bevingsschade nu aanpakken”

Publicatie DVHN, 1 juni 2016, Bart van Eldert

INTERVIEW MET MAXIME VERHAGEN
De Groninger aardbevingsschade moet nu worden aangepakt. De bewoners schieten niets op met inspecteurs die elke scheur opmeten. Er worden nauwelijks woningen gerepareerd, terwijl bedrijven en bouwvakkers snakken naar werk.

Maxime Verhagen (59), voorzitter van Bouwend Nederland. begrijpt als voormalig minister en vicepremier dat geduld veel waard is. Maar nu is het op. Hoofdschuddend bezoekt de voorzitter van de bouw- en infrabedrijven vandaag Groningen. De bouwers zijn partner in het nieuw op te zetten innovatiecentrum voor aardbevingsbestendig bouwen. Ze willen snel de steiger op.

Er wordt getreuzeld?
„Er komt maar bitter weinig van de grond. Echt, de overheid heeft vierhonderd mensen aangenomen die maar onderzoek blijven doen. De nadruk ligt veel te veel op technische moeilijkheden. De schattingen over het aantal woningen dat moet won den gerepareerd liepen uiteen tussen 170.000 en 10.000 huizen. En hoeveel zijn er aan de beurt geweest? 150 huizen.”

Hoe komt dat?
„Het is politiek en juridisch gevoelig gemaakt. Er verdwijnt op dit moment meer geld in onderzoek dan in de versterking van huizen.”

Goed onderzoek is veilig.
„Met steeds weer nieuwe inspecties stelt men de aanpak uit. Ik spreek de regionale bouwbedrijven. Zij hebben kennis en innovaties ontwikkeld en geïnvesteerd in nieuwe technieken en materialen, om erkend aardbevingsbestendig te mogen werken. Zo is ze wel een worst voorgehouden terwijl achteraf minder woningen worden aangepakt. En het duurt ook steeds langer.”

U begint liever midden in de puzzel?
„Wij durven te beginnen. Als je driehonderd huizen hebt die op dezelfde manier gebouwd zijn en op dezelfde ondergrond, dan weet je na dertig inspecties wel wat je moet doen. la, we hebben de puzzel niet volledig in beeld. Als iedereen kennis deelt, vullen we de gaten al puzzelend op.”

Bedreigt de vertraging bedrijven?
„Erkend bestendig bouwen betekent fors investeren in innovatie. Terwijl bedrijven na de crisis geen grammetje vet meer op de botten hebben. We moeten gaan bouwen. Nog twee jaar wachten kan een probleem worden voor deze bedrijven. Ze hebben ook geen werk om uit te besteden aan de kleinere bouwers. Ook de bouwvakkers zitten thuis. De hele bouw zit er op slot. Dat helpt ook de bewoners niet.”

‘Er verdwijnt meer geld in onderzoek dan in versterking van huizen’

U hamert ook buiten Groningen op innovatie. Waarom?
„We moeten de lucht op zevenduizend scholen verbeteren, zeven miljoen huizen energiezuinig maken en zon drie miljoen huizen aanpasbaar bouwen voor als je oud bent. Dat lukt allemaal niet zonder vernieuwingen.”

Veel orders al?
„De overheid werkt nog te ouderwets. Ze kiest voor techniek die ze kent. Ze vraagt te weinig om nieuwe producten. We hebben asfalt dat zelf kleine scheurtjes repareert en ons waarschuwt voor groter onderhoud. We hebben geluidschermen die tegelijk zonnecellen zijn. De bouw is best innovatief, maar er wordt nog weinig innovatie toegepast. De politiek moet bevorderen dat de overheid eerste klant is van innovatieve producten. Nederland moet ook de afspraken voor een beter klimaat halen.”

De bouw krabbelt op. Waar blijven de vaste banen?
„Het aantal werknemers in vaste dienst blijft eigenlijk op crisisniveau: 99.000 man vallen nu onder de bouw-cao. Voor de crisis waren dat er 170.000. Het gaat een beetje beter, al wordt nog nauwelijks winst gemaakt.”

Ruim 70.000 banen blijven weg?
„Ik ken een aannemer die twintig man werk biedt. Als die allemaal in vaste dienst zijn en er worden twee langdurig ziek, moet hij zijn tent sluiten. Want hij moet ze twee jaar doorbetalen en dat kan niet uit. Moet je mensen ontslaan via het UWV, dan betaal je nog steeds de transitievergoeding. Dat is te duur. Bedrijven kiezen daarom voor payrolling of een uitzendbureau. De rigide sociale regels zijn bedoeld voor meer vaste banen. maar in de praktijk werken ze averechts.”

Publicatie: DVHN, 1 juni, Bart van Eldert, foto Koen Verheijden.